Bio & interview

Jorine is geboren in 1970 te Zwolle. Via Gouda is ze in 1977 in Amsterdam terechtgekomen en nooit meer vertrokken. Haar scholing genoot ze op de Dr. Rijk Kramerschool, op het Vossius Gymnasium en bij Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Wat ze wilde worden als ze later groot was? Schrijver. Maar dat vond ze zo aanmatigend, dat het een omweg van enkele decennia kostte voordat ze ervoor durfde uit te komen. Het verhaal van Marie is haar debuut. Zie ook: tesseltilanus.nl.

foto © Thijs Bartels

Interview met Jorine Lamsma
door Tessel Tilanus

Waarom heb je Het verhaal van Marie geschreven?
Omdat ik het niet laten kon. Noem het onversneden schrijfdrang. Ik moest het schrijven en al schrijvende kreeg ik het idee dat het boek zelf ook per se geschreven wilde worden. Op een gegeven moment leek het boek het over te nemen, leek het zichzelf te schrijven. Dat voelde goed, het klopte.

Wanneer ben je begonnen met schrijven aan Het verhaal van Marie en hoe lang heb je erover gedaan?
In de zomer van 2018 ben ik begonnen, heb ik de lijnen uitgezet en heb ik de eerste helft geschreven. In het najaar liep ik vast: ik wist niet of ik op de goede weg zat. Toen heb ik dat halve manuscript naar een uitgeverij gestuurd om te horen of ze dachten dat het ergens op sloeg of dat ik het beter in de prullenbak kon gooien. Op zich was de uitgever geïnteresseerd, maar het ontbrak haar aan tijd om het goed te lezen – wat ik volkomen begreep omdat ik zelf jaren bij uitgeverijen heb gewerkt en weet hoeveel uren uitgevers maken om alles draaiende te houden. Na ruim een jaar had ze er nog steeds geen tijd voor gehad en toen heb ik een freelance redacteur gevraagd om een kritisch leesrapport. Dat heeft enorm geholpen, het werd me duidelijk welke richting ik uit moest. Daarna heb ik de rest in drie, vier maanden geschreven.

Wilde je altijd al schrijven?
Ik was een jaar of negen en ik vond het een misstand dat alle kinderboeken door volwassenen werden geschreven. Kinderen schreven toch ook geen boeken voor volwassenen? Om dat euvel de wereld uit te helpen zou ik zelf wel een kinderboek schrijven. Ik had het hele verhaal uitgedacht. Het was precies het boek dat ik graag zou lezen, met veel raadsels en puzzels en spanning. De illustraties zou ik ook verzorgen. Op de een of andere manier kwam het er niet van om het verhaal in mijn hoofd aan het papier toe te vertrouwen, maar de schrijfambitie is toen wel geboren en nooit meer weggegaan. Na dat eerste idee heb ik – als volwassene – heel lang gezocht naar een geschikt onderwerp voor een roman (voor volwassenen). Het moest vooral niets autobiografisch worden, dat vond ik zo afgezaagd, bovendien was mijn leven te saai voor woorden. In 2007 maakte ik iets mee dat ik zo bizar vond, alsof ik in een roman of film verzeild was geraakt, dat ik dacht: de werkelijkheid is zo’n gek uitgangspunt nog niet. In Het verhaal van Marie komt die ervaring terug in de passage over Pierre.

Is Het verhaal van Marie autobiografisch?
Ha, de ultieme clichévraag.

Sorry…
Dan ook maar een clichéantwoord. Er zit veel biografisch en autobiografisch in. Ik heb verhalen van anderen en van mijzelf gebruikt en ingezet als draden waarmee ik een romankleed heb geweven. Soms heb ik iets compleet uit de duim gezogen, maar dat schampt dan wel aan iets wat echt is gebeurd. Het was geen opzet, geen principe, maar er lagen zoveel verhalen voor het oprapen en ze drongen zich op om opgeschreven te worden. Ik dacht dat als het echt was gebeurd, dat het dan voor de lezer ook levensecht moest overkomen. Grappig is dat wanneer ik schrijvers hielp en help met hun manuscript, dat ik hen vaak probeer te behoeden voor die valkuil. Dat als iets ‘echt is gebeurd’ het niet per definitie geschikt is voor een scène in een roman. Een scène is geschikt als het overkomt bij de lezer, ongeacht of het daadwerkelijk is gebeurd of niet.

De achtergrond van het omslag doet denken aan een Chinees schriftje. Waarom is dat?
Het is een scan van een van mijn vele dagboekjes. Ieder dagboek had andere kleuren, maar de uitvoering was steeds hetzelfde: gestoffeerd met Chinese motiefjes en tafereeltjes, en een rug en hoeken van zogenaamd leer met gepreegde roosjes. Saartje, de protagonist in Het verhaal van Marie, schreef ook in die Chinese boekjes. Ze staan symbool voor de wereld van woorden waarin Saartje zich schuilhoudt.

Zit er een boodschap in Het verhaal van Marie?
Ik heb vooral een onderhoudend boek willen schrijven, een boek dat ik zelf graag zou lezen, met allemaal lijnen die door elkaar gevlochten worden en uiteindelijk samenkomen en de puzzel compleet maken. De lezer wil ik laten meeleven met een meisje dat een vrouw wordt en dat zich een meisje blijft voelen. Ze probeert van alles om volwassen te worden, maar ze houdt zichzelf daarin ook tegen omdat ze het eng vindt. Daarnaast wil ik de lezer meenemen in de ervaring van ongewenste kinderloosheid. Zelf heb ik ondervonden dat het nauwelijks een onderwerp van gesprek is, terwijl één op de tien vrouwen ongewenst kinderloos is. Hun verdriet is onzichtbaar, de buitenwereld ziet het niet, begrijpt het niet, er is geen compassie. Dat maakt het verdriet nog moeilijker te dragen. 

Voor welk personage voel je de meeste sympathie?
Ik ben dol op de jonge Marie. Ze is onweerstaanbaar gezelschap. Met haar humor maakt ze alles vrolijk en luchtig. Maar ik heb ook een groot zwak voor Jeroen. Doodzonde dat Saartje niet echt verliefd op hem kon worden.

Komen er nog meer romans aan?
Zeker! Nog vóór Het verhaal van Marie was ik aan een compleet andere roman begonnen. Die gaat over een idealistische woongroep in de jaren zeventig. Maar Het verhaal van Marie wilde eerst geschreven worden, dus het woongroepmanuscript heb ik geparkeerd en ik ga er binnenkort weer mee aan de slag. Werktitel: Terug naar de Sassenpoort.