fragment dagboek

Saartje houdt een dagboek bij. Dit fragment schreef ze toen ze in de tweede klas van de middelbare school zat.

Amsterdam, 29 september 1984

Lief Dagboek,

Sinds ik vorig jaar op het Berends kwam, heb ik je niet meer geschreven! Het spijt me vreselijk! De middelbare school betekent hard werken. Ik ga nu proberen om een samenvatting te geven en de schade in te halen.
Het was heel erg anders dan ik me had voorgesteld, het Berends. Niet dat ik me nog herinner wat ik me had voorgesteld. Misschien had ik me niet eens zoveel voorgesteld, ik had geen idee hoe het zou worden. Maar ik ben ontzettend snel gewend geraakt aan alles.
Bijna alle vakken vond en vind ik geweldig! In het eerste jaar vooral Latijn en geschiedenis en wiskunde, zo ontzettend interessant! Engels, Nederlands, aardrijkskunde, heel erg leuk allemaal! Dit jaar zijn daar Grieks en Duits bij gekomen, gaaf! In de eerste klas hadden we ook tekenen van meneer Van Vugt. Hij lijkt op Roald Dahl, maar hij spreekt natuurlijk Nederlands, heel deftig. Hij leerde ons allemaal technische tekendingen, zoals perspectief tekenen. Ook al zo anders dan bij meester Kees. Daar mocht ik mijn eigen gang gaan, ook leuk, hoor. Dat heette ‘zelfexpressie’. Bij meneer Van Vught was het heel serieus, en ik ben zelf onder de indruk van wat ik bij hem maakte.
Ik kan nog eindeloos vertellen over hoe leuk elk vak is (behalve biologie; dat is heus leuk, maar meneer De Klonya is de engste man ter wereld; en behalve natuurkunde, dat snap ik echt niet, terwijl ik voor de rest van de vakken nooit echt mijn best hoef te doen)(maar ik doe natuurlijk wel mijn best, ik let altijd op in de les en maak altijd huiswerk, ja, zo ben ik nou eenmaal, een echte frik, en ik haal hoge cijfers zonder veel moeite, behalve voor natuurkunde (met veel moeite een zeven)), maar als ik over alle vakken en docenten ga schrijven, wordt het heel saai. Toch even over wiskunde: nog veeeeeeeeeel leuker dan rekenen! Meneer Kisch (niet ‘meester’, maar ‘meneer’) legt heel erg goed uit, en na zijn uitleg krijg je allemaal raadsels (sommen) om op te lossen – dat geeft zo’n kick! Bij Nederlandse grammatica, bij ontleden is dat ook: de zin is een puzzel en die ontrafel je. Heerlijk! Dan voel ik me een detective.
Verder zit ik bij de schoolkrant de Ursus. Vorig jaar heb ik me meteen aangemeld om kopij te leveren en na de zomer mocht ik bij de redactie. Er verschijnen twee of drie nummers per jaar. Tot nu toe heb ik voor ieder nummer een stukje geschreven en ik voel me heel cool! 
Wat misschien wel het allerleukste is, ik kijk er de hele week naar uit: de toneelclub onder leiding van Bert Reijbroek. De rest van de week geeft hij scheikunde, maar dat krijg ik pas in de derde klas, dus ik ken hem alleen van toneelles. We hebben een heel leuke groep. Heel gezellig. Mischa zit er ook in. Zij is zo ongeveer mijn beste (en enige) vriendin. Niet zoals Marie, maar we doen wel heel veel samen. Mischa is best klein, in ieder geval kleiner dan ik. Ze heeft donkerblond, licht golvend haar, groene ogen. Ze is rustig, heeft een lief gezicht en ze heeft sproetjes.
In de eerste klas had de mentor een klassenopstelling gemaakt en ons naast elkaar geplaatst. We bleken heel goed bij elkaar te passen: we zijn allebei braaf, letten altijd goed op, stellen vragen, vinden het leuk om te leren, maken altijd ons huiswerk en zo.
Nou zou je denken dat we buitenbeentjes zijn, maar onze klas zit vol nerds. Het zijn allemaal verschillende soorten nerds, voor iedere nerd een ander groepje. Mischa en ik zijn samen een groepje. Ze zit trouwens ook in de redactie van de Ursus.
Er zijn ook hippe leerlingen, die weten wat cool is en hoe ze zich hip moeten kleden. Meestal roken ze en de meisjes dragen make-up. Maar er lijkt een verband te bestaan tussen populair-zijn en slechte cijfers halen. De populaire leerlingen uit de eerste klas zijn bijna allemaal blijven zitten en de meeste daarvan zijn zelfs van school gegaan. Stiekem voelt dat rechtvaardig. Er zijn er nog genoeg over, alleen niet in onze klas. Daar heb ik enorme mazzel mee. Want ik begrijp echt helemaal niets van mode. Elly noch Dirk heeft geld voor dure kleren, dus ik draag altijd tweedehandsjes, afdankertjes of zelfgemaakte kleren. Op de lagere school viel dat niet op, maar ondanks het hoge nerderige gehalte op het Berends, val ik hier toch uit de toon. Nog een geluk dat ik niet lelijk ben (ook niet bijzonder mooi, maar ik mag niet klagen).
Nog even over Mischa. We komen vaak bij elkaar over de vloer, of feitelijk kom ik meestal bij haar over de vloer. Zij woont dichter bij school, vandaar. Ze woont in een heel groot chic huis in een chique buurt. Haar ouders zijn Succesvolle Intellectuelen (zij bekroond vertaler, hij hoofdredacteur van een weekblad), vreselijk intimiderend voor de kleindochter van een schoenmaker (aan Dirks kant) en een garagist (aan Elly’s kant). Ik ben er altijd op mijn hoede, voel me er niet thuis. Maar als Mischa en ik eenmaal op haar kamer zitten, is het helemaal oké.